1= vagina

In de vagina kan bij geslachtsgemeenschap een penis ingebracht worden. Bij zwangerschap is de vagina een deel van het geboortekanaal bij de bevalling.

2= baarmoeder

 De belangrijkste functie van de baarmoeder is om een bevrucht embryo te laten innestelen. Het embryo groeit in de baarmoeder uit tot foetus en blijft er tot de geboorte van de baby of het jong.  

3= baarmoederwand

Van buiten is de wand vrijwel glad, de middelste laag is spierweefsel. De binnenste laag bestaat uit

4= eierstok     

De eierstokken produceren de hormonen oestrogeen en progesteron. Deze geslachtshormonen zijn belangrijk in de menstruatiecyclus en bij de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken zoals borstgroei, ontwikkeling van de vulva en de vagina en vrouwelijke vetverdeling (brede heupen).

5= eileider

De functie van de eileider is het vervoer van de eicel of embryo naar de baarmoeder.

7= penus: 

Het mannelijke lid heeft twee duidelijke functies:

Plassen: de penis is in dit geval een verlengstuk van de plasbuis waardoor urine het lichaam kan verlaten.

Seksualiteit en voortplanting: De penis maakt in de opgewonden (stijve) toestand geslachtsgemeenschap mogelijk. Hij vervoert zaadcellen naar de eicellen van de vrouw. Als de zaadcel en eicel samenkomen, dan kan dit tot een bevruchting leiden.

 

8= glanspenis 

De eikel is glad, zacht en meestal rozerood van kleur. Krijg je een erectie, dan vullen de penis en de eikel zich met bloed. De eikel zwelt dan op en wordt donkerder (of roder). Over de eikel zit de voorhuid. Als je geboren wordt, zit de voorhuid vastgekleefd aan de eikel. Ergens tussen je 8ste en 14de jaar gaat je voorhuid vanzelf loszitten.

 

9= zaadbal
De naam voor de geslachtsklier van mannelijke organismen. Hier wordt het mannelijk hormoon testosteron geproduceerd en de zaadcellen of gameten gemaakt. De zaadcellen landen daarna in de bijbal.

 

10= bijbal
Een man heeft dus twee zaadballen en twee bijballen. Zo’n bijbal bestaat uit een wirwar van zeer kleine buisjes en ligt als een soort kapje op de zaadbal. De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen.

 

11= plasbuis
De verbinding tussen de blaas en de buitenwereld. Ze ontspringt aan de onderkant van de blaas en voertde urine vanuit de blaas naar buiten. De urinebuis heeft bij mannen een andere structuur en een gedeeltelijk andere functie dan bij vrouwen.

 

12= prostaatHet prostaatvocht houdt de zaadcellen in leven op de reis naar buiten en in de vagina. Bij de ejaculatie trekt de prostaat samen en wordt het sperma (zaadcellen in prostaatvocht) door de plasbuis naar buiten geperst. De blaashals wordt ook samengetrokken waardoor het sperma niet in de blaas kan stromen.

 

13= zaadblaasje suc
De zaadblaasjes of vesiculae seminales zijn twee klieren die samen met de prostaat, waar ze tegenaan liggen, het spermavocht produceren dat tijdens een orgasme met de rijpe zaadcellen uit de bijballen het sperma vormt. ... Het vocht dat deze zaadblaasjesproduceren is alkalisch en zorgt voor de hoge pH van het sperma.